Docententraining: ADHD

‘Anna is heel behulpzaam, maar verliest snel haar focus’, ‘er zit meer in jou dan je laat zien’, ‘je bent wel wat lui’. Een paar zinnen die Anna regelmatig te horen kreeg op school.

Ze gelooft dat die leerkrachten over het algemeen een positieve intentie hadden bij het uitspreken van die woorden. Ze wilden haar helpen en ondersteunen om het beste uit zichzelf te halen. Maar wat zij zeiden en wat Anna hoorde was nogal een verschil. Ze vertaalde hun woorden naar ‘ik ben niet goed genoeg’, ‘ik ben dom’, ‘ik ben lui, dus ik kan het niet’.  Later koppelde ze dat aan ADHD en ontstond zo haar lievelingsovertuiging:  ‘oh, dat komt door mijn ADHD’ (dus dan kan ik er niks aan doen en hoef ik er ook niks mee te doen), waardoor ze nog minder in beweging kwam.

Taal doet ertoe. En dan bedoelt ze niet de -dt’s in het leven, maar de taal die we gebruiken naar onszelf én naar de ander.

In deze docententraining gaan we in op hoe studenten die zich herkennen in ADHD het contact met anderen kunnen ervaren én hoe je hierop in kunt spelen als docent. Daarnaast reiken we handvatten aan om het gesprek van probleemgericht naar mogelijkhedengericht te herkaderen.