Tineke
Tineke is bestuurslid communicatie voor Plusminus – een vereniging van en voor mensen met een bipolaire stoornis en hun naasten – én kreeg op haar 26e zelf de diagnose bipolaire stoornis.
Rond haar 22ste had Mollema een hypomanie. “Dat was geweldig. Ik wist nog niet dat ik bipolair was, dus dacht: dit is hoe het voelt als het goed met je gaat.” Mollema dook in het uitgaansleven, gaf veel geld uit en probeerde nieuwe dingen. “Ik stapte Kinki Kappers binnen en niet veel later kwam ik buiten met een hanenkam.” Dagelijkse zaken werden ineens bijzonder. “Als toevallig een paar stoplichten achter elkaar op groen stonden, dacht ik dat dat speciaal voor mij werd gedaan.”
Hypomanie
Echt manisch is Tineke nooit geweest, wel heeft ze soms zogenoemde hypomanische episodes. “Op een stemmingsschaal van -10 tot +10, waarbij een ernstige depressie -10 is en een manie +10, zit hypomanie ongeveer op +5. Ik voel me dan gewéldig, maar ik weet ook dat ik daarna depressief word als ik niet ingrijp.”
Je krijgt de diagnose bipolair, wanneer je periodes aan beide kanten van de schaal meemaakt. “Rond de plus drie/vier zit iemand in een hypomane fase”, legt Mollema uit. “Dan ben je veel drukker en blijer, en alles gaat goed. Wanneer iemand hoger komt dan die vier kan hij de realiteit uit het oog verliezen en waanideeën krijgen. Wanneer iemand dat in extreme heeft, noem je diegene ‘manisch’.”
Stabiel
Tineke heeft inmiddels medicijnen gevonden die werken voor haar en is al anderhalf jaar stabiel. Ook leerde ze meer balans in haar dagen te brengen: niet té veel doen, en ook niet gelijk bang zijn voor een depressie als ze zich een dag niet goed voelt. Ze weet inmiddels dat ze haar leven heel bewust moet inrichten. Want net als bij de meeste mensen is bipolariteit niet op te lossen met alleen een pil.
Woonplaats: Almere
“Mijn bipolariteit heeft me gemaakt tot de persoon die ik ben. Ik heb werk dat ik verschrikkelijk leuk vind en dat me veel zingeving biedt, ik heb mezelf door alle therapie heel goed leren kennen én mijn relatie is dieper geworden. De stoornis heeft me dus ook veel gebracht.”